3 | met de zon in de rug
loopt mijn schaduw voor me uit –
avondwandeling
|
6 | samen op de fiets
soms de één voor, dan de ander
mijn schaduw en ik
|
8 | springend over
de slagschaduw van de wieken —
tot hij me tackelt
|
10 | zinderende zon
mijn dubbelganger beweegt
als een sierlijk mens
|
11 | Onder een zware schaduw
Hoop vinden in de volharding
van de immer stromende rivier
|
12 | Lieveheersbeestjes
vertoeven in de lommer,
vredig niemandsland
|
13 | zomerzonnestralen
verlichten winterschimmen
nieuw leven bloeit
|
14 | fel licht op de kroon
een bries laat blaadjes dansen
vrolijk schaduwspel
|
15 | plat stuk papier, zwart
immiteert ons dartelen
in de zomerzon
|
16 | Gemini
Synchroon wuiven zij
zoet het zweet van hun hoofd als
twee druppels water
|
17 | Zonlicht raakt de grond,
Duisternis volgt haar spoor,
Stilte omhult ons.
|
18 | koelende hitte
onder de strandparasol
ijsje smelt langzaam
|
20 | Ik vroeg het aan je:
Mag ik je hand vasthouden?
Voor het winter wordt.
|
22 | de kat vlijt zich neer
in de schaduw van de boom-
te warm voor muizen
|
24 | zelfs jouw schaduw mis ik
waarin ik altijd
uit de wind zat
|
26 | Zonnestraal daal neer
Duw de schaduw uit de weg
Omarm ons, mooi weer
|
27 | Een klein bloot voetje
twee trippelende mieren
haar duivelse lach
|
28 | haar kille grafsteen
in de schaduw van een wolk
wachten op nieuw licht
|
30 | Waarom volg je mij
zodra de zon gaat schijnen?
Of ben je mijn vriend?
|
31 | Wat een hittegolf
Op zoek naar koelte met een
Plekje uit de zon
|
33 | Maanlicht kust de nacht
zachtjes ademt de schaduw
stil omarmt aarde.
|
34 | Groeiende staart
vanmiddag ben je het kleinst
slaaf van de zon
|
35 | Een strakblauwe lucht
werpt toch haar schaduw vooruit;
onweer in aantocht.
|
37 | hoe hard ze ook trapt
niet in te halen
haar schaduw
|
38 | witte dwarreling
nat jasmijnblaadje droomt na
op steeds groener gras
|
40 | Hakken klikklakken
In de lange lindelaan
Een schaduw volgt haar
|
41 | Daar rust een schaduw
Dat het licht van haar bestaan
Nooit zal aanschouwen
|
42 | boomloze weide
schapen liggen te hijgen
in de felle zon
|
43 | Achter mij zakt de zon
Mijn schaduw overlapt steeds meer
haar kille grafsteen
|
44 | opa en oma
spelevaren in de schaduw
van de fuji
|
45 | Zitten in de schaduw
Radio Kootwijk
Het is stil op de heide
Radiostilte
|
46 | Ik knipper en het
licht knippert terug; het was
slechts een vlindertje
|
47 | Maanlicht werpt een gloed
Donkere vormen dansen
Prachtig silhouet
|
48 | sedert corona
is mijn schaduw veranderd
hij niest niet meer mee
|
49 | de zon gaat onder
het licht verdwijnt vlot, en brengt
schaduw over mij
|
50 | Een badgast lacht luid
hinkt-stapt-springt de schaduw in
en blèrt: ‘Brandend zand…!’
|
51 | Ik vlucht voor de zon
Ik ren met elke straal mee
tot schaduw nacht wordt
|
52 | Wandeling aan zee.
Twee schaduwen houden hier
elkaar stevig vast.
|
53 | onze wilg is weg
na het eten in de tuin
zijn we roodverbrand
|
54 | wanneer de zon schijnt
wandelt zij nooit alleen -
schaduwvriendinnen
|
55 | Licht schept schaduwen
Door obstakels op haar pad
Schijnt donker ontstaan?
|
56 | Bloedhete zomer
door schaduw van de bomen
draaglijk gemaakt.
|
57 | de oeroude boom
geliefd tijdens hittegolf
schaduwrijk plekje
|
58 | een stukje hemel
wordt de helling afgedragen;
blauwe parasol
|
59 | De zon is er weer
Zij speelt met haar schaduw
Springt er over heen
|
60 | in de tuin werken
de schaduw van mijn vrouw vol
vergeet-mij-nietjes
|
61 | Waar ben je naartoe gevlogen?
Grauw zo zonder zonnestralen op je huid..
De donkere schaduw moet eruit!
|
62 | in de namiddag
eindelijk groot genoeg
voor de achtbaan
|
63 | dansend ochtendlicht
schaduw van de wilde roos
ontwaakt op de muur
|
64 | Alsmaar verborgen
Uit de zon gelegen kant
De schaduwzijde
|
65 | Bloeiende cactus
durft niet te zeggen dat ze
liever schaduw heeft.
|
66 | Wonderen wonder
Verwonderen zon geheim
Muizen schaduw zien
|
67 | zand aan mijn tenen
zoete geur van zonnebrand
parasol waait weg
|
68 | Wonderen wonder
Verwonderen zon geheim
Muizen schaduw zien
|
69 | krassen op de ziel
elk lichtpunt een schaduwkant
in leegte staar ik
|
70 | Schaduw en het licht
verbonden door uiterste
eren elkaars zijn.
|
71 | Vol van kleur en geur
Hooi dat op de velden droogt
Warm de zomerzon
|
72 | Je ogen dromen
Mijmerend en ademloos
Grijpen ze morgen
|
73 | In het groene dal
Schuift de schaduw van de berg
Mooi contrasterend
|
74 | tijd vordert gestaag
zonnewijzer heeft geen haast
geniet van de zon
|
75 | Daar waar het licht zucht
en duisternis laat varen,
sluit ik mijn ogen.
|
76 | Licht valt en vervaagt,
Donker danst op teder grond,
Stilte omhult ons.
|
77 | bamboevingers
voeren een schimmenspel op
haar blote voeten
|
78 | eerste weidedag
de koeien net zo dartel
als hun schaduw
|
79 | Ademloos zuchtte ik
Die bladeren vielen traag
Mijn hoofd gaf schaduw
|
80 | Licht schijnt door het blad
Oneindig gevarieerd groen
Lichtloze schaduw
|
81 | Bruingrijze mussen
Kwetterend en schetterend
Kwajongens ruzie
|
82 | Schaduw en zonlicht
wisselen elkaar af, spel
van de waterwilg.
|
83 | Zien zoals het is
Donker gezicht spelend licht
Zon zonder stralen
|
84 | Oude tabakspijp
Rook krinkelt in de schemering
Vuur verdwijnt zachtjes
|
85 | Bomen dekken zacht.
Zoete avondzon geproeft.
Zo. Dromend zomer.
|
86 | De zon hoog en fel
Een wolk drijft langzaam voorbij
De schaduwen komen
|
87 | Nat zwemvijverhaar
opgedroogd in de koelte
van de lindebries.
|
88 | we gaan de grot in
keren de zomer de rug toe
schimmen op de muur
|
89 | In de zomerzon
zie ik in ons silhouet
ook de zwarte hond
|