2 | het snijden van de kou
mijn gezicht zachtjes bijtend
nu denk ik aan jou
|
3 | koude ontmoeting
hardop huilend naast zijn fiets
de vroege winter
|
4 | wintertijd -
van zo’n uur langer slapen
ligt ze totaal niet wakker
|
5 | als stalactieten ijspegels aan de dakrand vorstelijk kristal
|
6 | sneeuwwitte berken
reikhalzen naar blauwe lucht
aarde raakt hemel
|
7 | niets in de vaas
maar op het kamerraam
verse bloemen
|
8 | Het bos doorzichtig
Behalve dat van de spar
Vogels op het ijs
|
9 | Smeltende gletsjer
eeuwige tong van de berg
kristal of water
|
10 | Stil stiller stilte
Winter tochten ijspegel
Warm sepia smacht
|
11 | een roodborstje zingt
met moeite breekt de dag door
de grijze wolken
|
12 | De zon zakt vroeger
avonden eindeloos lang
tot de lente piept
|
14 | het water verstilt
de natuur vindt evenwicht
tijd voor groei en bloei
|
16 | De tempeldienaar,
buiten vangt de winter aan,
veegt de lange gang.
|
20 | dagen kort en grijs
koude nacht, witte deken
sneeuwpret, winterslaap?
|
22 | Hard bevroren grond
eenden langs verstild water
mat, maar niet alleen.
|
23 | Leun met de wind mee
Trotseer de krachtige storm
Veer terug en bloei
|
25 | op zijn schaverdijnen
slingerklokt hij over
het friesche glansijs
|
26 | de ijskristallen
in sneeuwvlokken gesmolten
elk was ooit uniek
|
27 | Cancel niet te snel:
de baard van Koning Winter
ontspruit aan dor hout.
|
28 | Stille winterkou
Mijn blik naar binnengericht
Buiten alles wit
|
29 | pa mist zijn gebit-
een sneeuwpop in de tuin grijnst
naar de kwajongens
|
30 | Moeder Winterwoud
verloor bladeren en kleur
toch blijft ze geven
|
31 | wuivend met zijn sjaal
gaat de sneeuwman ten onder
zweetdruppels rollen
|
32 | De winter is kil
Doe je ogen nu dicht
Droom zacht in de mist
|
33 | Koud witte stilte.
Leven sluimert ondergronds.
Natuur komt op kracht.
|
34 | Zo warm is de mond
van de januaribruid
ze smelt de vorst uit
|
35 | Koning Winter lapt
het weer aan zijn laars en pronkt
met lente loafers.
|
37 | Winterkou
Een takje met rijp
omgeven door winterkou
verhult nieuw leven
|
38 | Vlokjes uit kristal
worden tranen wanneer ze
een grafsteen raken.
|
39 | Bevroren duingras,
snijdende wind, en in zee
twee naakte mensen.
|
40 | winters van vroeger
ijsbloemen op de ramen
sneeuw en bitter koud
|
42 | vroege voorjaarszon
vlinderoverwinteraars
vouwen vleugels uit
|
43 | ik poets mijn tanden
mijn overbuurvrouw glimlacht
door de kale boom
|
44 | Opgekruld onder
Zware dekens – knus maar
Koude tenen
|
45 | Koning Winterkou
Spreid zijn witte vleugels uit
Bodem bedekkend
|
46 | vogel zacht geland
vederlicht vallen vlokken
van tak naar omlaag
|
47 | Koude winterster
Schittert helder in de nacht
Eenzaamheid verwarmt
|
48 | lichtjes bij het raam
knipperen willekeurig
uit tot de eerste vrieskou.
|
49 | een laatste herfstblad
viel geruisloos op de grond
kleurt nu de winter
|
50 | hoed wortel en das
klaargelegd na weerbericht -
elders valt de sneeuw
|
51 | Kijk een sneeuwlandschap!
Een mooie witte deken,
Een prachtig gezicht. |
52 | Lichte watersneeuw
Wordt het nog sleeen vandaag?
wens snel weggespoeld
|
54 | sneeuw op het perron
er speelt een accordeon
de winter komt aan
|
55 | Langs de hoge dijk
buigt de rietkraag eerbiedig
voor koning winter.
|
56 | waar ik loop graven
het blijft nog jaren sneeuwen
stervenskoud Bachmoet
|
57 | dat vreemd verlangen
maar na veel zachte winters
valt de sneeuw elders
|
58 | winterkoninkje
zingt tussen kale takken
de kou uit de lucht
|
59 | sneeuw vanuit de mist
zo wit in de duisternis
sneeuw die huizen wist
|
60 | Het is nog donker
Het is koud en het regent
Klokslag zeven uur
|
61 | komt er echt een win-
ter maar wees toch ondeugend
ga sneeuwbal gooien
|
62 | Door het dik pak sneeuw
is de poes haar prooispoor kwijt
Vaarwel aanval
|
63 | In het vogelbad
spettert een pimpelmeesje
monter on the rocks
|
64 | Kale boomtakken
vormen een kunstig kantwerk
voor de volle maan.
|
65 | Sneeuw dwarrelt zachtjes
Contouren die vervagen
In glinsterend wit
|
66 | Maar niemand vertelt:
je bevindt je op glad ijs.
Schaatsen gaat niet meer.
|
67 | Staat in een groepje
Gewoon sneeuwklokje alleen
voor jou te bloeien.
|
68 | Temperatuur laag
Kale bomen, natte grond
De stilte ten top
|
69 | een bevroren baai -
gakkend glibberen ganzen
holadiejee on ice
|
70 | Zoek de reiger niet
Breek geen ijs en zing niet meer
Wees winterstil wit
|
71 | Tranend goed gemutst
gebarsten lippen lachen
de winterzon toe
|
73 | niets is bevroren
gaat lucht boven ten onder
verdrinkt de zwemmer
|
74 | De sneeuw dwarrelt neer
een prachtige witte deken
hier smelten we van
|
75 | een oude kikker
vastgevroren op het ijs
natuursculptuur
|
76 | Gelobde blaadjes
dwarrelen door winterkou,
zomereik laat los.
|
77 | Ik loop in het park
Het wak in het ijs is stil
Eenden gevlogen
|
78 | Ijskoud
Mama! hand koud, IJS
op mijn zandbak, pakken, gooi!
Pats, Boem! Hapot…Nofekeer!?
|
79 | Titel: 28 januari 2023
geen wit deken meer
velden terug zichtbaar braak
narcissen op komst
|
80 | bevroren vingers –
bij ‘t legen van de fietstas
vindt ze haar handschoenen
|
81 | Verdonkeremaand
Waar zon vervreemd wolk bescheen
Schijn heilig helen
|
82 | In de winternacht
duurt een reis naar de sterren
maar een oogopslag.
|
83 | Sierlijke gele
bloemen op kaal hout van de
toverhazelaar.
|
84 | voeten schrijven in
witte hiërogliefen
met knarsende taal
|
85 | een deken voor twee
bij min tien en eenzaamheid
duurzame warmte
|
86 | IJsdruppel aan blad
een glinstering voor eeuwig
oh, het gaat waaien.
|
87 | vroege ochtend
met flitsende ijsvogels -
mijn hart warmt op
|