| 1 | Najaar,
op elk blad
aan jou mijn ode
|
| 4 | veel regen wil ik
paddenstoelen overal
buiten en binnen
|
| 5 | Dreigend komt het boek
voor de huisspin dichterbij.
Zijn verhaal is uit.
|
| 6 | in de winkelstraat
zo mooi, maar geheel vertrapt
een goudgeel blaadje
|
| 7 | waren de kleuren
altijd al zo uitbundig?
vijftig tinten herfst
|
| 8 | Jij zee, jij tovert
Jij kleurt maar en verovert
Tot het weer zomert
|
| 9 | Bonte kleurenpracht
nog verankerd aan de boom
feest in de natuur
|
| 10 | De kale takken
kijken triest naar hun blaadjes
die gevallen zijn
|
| 11 | de planten binnen
zon waar jij op de bank ligt
eindeloos Chopin
|
| 12 | groeien als persoon
zonder vriendschap of liefde
maakt eenieder schroom
|
| 13 | in die lage zon
en geur van natte bladen
dwalen we in herfst
|
| 14 | Gingko biloba
Het vriest, blaren dwarrelen
Het gazon kleurt goud
|
| 15 | Hoor hoe ze vallen
de krachteloze blaadjes
in zachte kleuren.
|
| 16 | Het deurtje al dicht,
de klok nog op zomeruur…
Kippen op het dak.
|
| 18 | Oktober kleurt rood
Ik trek een korte broek aan
En zoek mijn t-shirt
|
| 19 | In de duinen wuift
het riet wuft oranje de
herfst toe, kom gerust.
|
| 20 | vlammende kleuren
het groen erin verdwijnt snel
knapperend haardvuur
|
| 21 | Ik word later boom,
denkt de eikel nog altijd
in de zwijnenbek
|
| 22 | warme najaarsdag –
onze hond en kat verbonden
door een herfstdraad
|
| 23 | bonte bladeren
dwarrelend door haar
kleurloze leven
|
| 24 | champignoncultuur
woekerend onder de grond
parels voor zwijnen
|
| 25 | één allerlaatste
blaadje trillend aan een tak
toe, laat nu maar los
|
| 26 | Adem van de herfst
doet de opbrengsten oogsten
ik pluk de vruchten
|
| 27 | Oude eikenboom
door jouw verloren kroon
dansen kindervoetjes
|
| 28 | Vlammende bomen
Met rood blad steken fel af
Tegen grijze lucht
|
| 29 | Het lijkt een sprookje
De paddestoelenweide
Maar geen kabouters
|
| 30 | Met alle felheid
van het begin der tijden
schijnt de volle maan
|
| 31 | novemberavond -
hij speelt Sint-Maarten
de zwartepiet toe
|
| 33 | grote vergissing
de prachtigste herfstkleuren
op voorjaarsmode
|
| 34 | palet herfstkleuren
vertolkt zacht de tonen van
de morgenstemming
|
| 35 | Dichte mist onderweg
"Knocking on heavens door"
op de radio
|
| 36 | verval gemaskeerd
door roodgouden schittering
mooi tot het einde
|
| 37 | achter in de tuin
beweegt een hoop bladeren
snuit van een egel
|
| 38 | winterjas als ochtenddeken
kiert al bij de eerste zon
nu een last omgeknoopt
|
| 39 | Herfst is in het land
de wind waait door zijn snorharen
kater wil naar huis
|
| 40 | het blad dat langzaam
vergeelt, nog even weifelt
en dan toch loslaat
|
| 41 | De boom uitgekleed
Hij verloor zijn laatste blad
Schaamte is hem vreemd
|
| 42 | een egel scharrelt
langs vroege nevelstralen
als de mens nog slaapt
|
| 43 | Soep hemel -
Paddenstoel beneden
bescherm de aarde
|
| 44 | voorbij de zomer
ontdaan van hun levensstroom
spreken twijgen stil
|
| 45 | Blad valt van de boom
Accepteert de lieve dood
Herfst is toch zo mooi
|
| 46 | stilletjes schuivend
de nacht verhelderend
steeds hoger de maan
|
| 47 | Smaragd zee vergeeld,
Dwarrelt tussen de druppels,
Rond zwammen terneer.
|
| 48 | Mosselijk, zachter
dan verwacht. Aardig heeft de
herfst mijn bed gedekt
|
| 50 | Poes duikt in elkaar
Haar prooi is al reddeloos
Een dwarrelend blad
|
| 51 | pompoenen te koop
op de verlaten velden
verkleurt het loof
|
| 52 | Licht rood licht schemert
Mijn venster is een muurtje
Weert grijs van buiten
|
| 53 | Geluid van dor blad
een kleuter laat zich vallen
glimmende ogen
|
| 54 | Boomblaadjes stuiven
baldadig de gang binnen
Boos veeg ik ze op
|
| 56 | Regen valt, wind ruist,
vallend blad kaalt de bomen,
Herfsttijloos bloeit juist.
|
| 57 | Maanlicht schrijf ik zacht
Vallende woorden tussen
Hemel en aarde
|
| 59 | Het laatste blad viel.
Naadloos voegde het zich bij
alle andere.
|
| 60 | zomergeel het koolzaad
schijnzwanger op het schrale veld
de zwarte lucht verlicht
|
| 61 | De groeiende boom,
Afscheid van zijn vallend blad,
weent door de regen.
|
| 63 | Flarden nevel grijs
Ik zie niet waarheen, misschien
zit die mist in mij
|
| 64 | Aan een roestig blad
Ontvalt de mogelijkheid
De grond te zoenen
|
| 65 | Een steen in de lucht
de ezel kijkt naar boven
stoot zich toch twee keer
|
| 66 | traagjes, traagjes
slalomt het slakje –
kastanjebolsters
|
| 67 | Een likje verf op een blad,
De kunstenaar van de herfst
Was een beetje zat
|
| 68 | Herfstsonate leef
Kleur zien geur ruiken voelen
Waarom aanwezig
|
| 69 | Gestalte in mist
met opgetrokken schouders
wordt dichtbij een boom
|
| 70 | de wind jaagt en beukt
regendruppels op het raam
de kilte neemt toe
|
| 71 | De esdoorn kleurt rood
Blad per blad geeft ze zich bloot
Blozend in de wind
|
| 72 | herfstwandeling,
we stappen in het ritme
van de bladmuziek
|
| 73 | Een blad in de herfst
kan de dood niet ontwijken
maar kleurt de aarde
|
| 74 | bladverkleuringen
de schoonheid van het verval -
tijd van loslaten
|
| 75 | Weg met de spanning
Ontdoe me van mijn blad'ren
Wat een verlichting
|
| 76 | De wind blaast het rood
Uit de bomen en kondigt
Gure dagen aan.
|
| 77 | gevallen
tussen herfstbladeren
struikelstenen
|
| 78 | wind over het meer
kraanvogels boven mijn hoofd
leren mij drijven
|
| 79 | het najaar vertelt
bomen verliezen praatjes -
een heruitzending
|
| 80 | het blad had tranen
nam afscheid in de zomer
miste de herfstval
|
| 81 | Plassen vol modder
grote hopen bladeren
natuurlijk plezier
|
| 82 | intense wind waait
langs zijn kleuren oker, rood
zacht zwiert mijn hart mee
|